Jeannet de Jong-Bouw

Bijbeloverschot

 

 

'Eerst zorgen dat iedereen wat heeft...'

Bij de wekelijkse warme maaltijd in de daklozenopvang waar ik werk, is dat elke keer weer de uitdaging. Door ervaring wijs geworden zorgt de dienstdoende collega zelf voor het opscheppen van het eten, om te voorkomen dat de eersten in de rij hun bord zo vol laden dat er voor anderen niets meer over is. Eerst zorgen dat iedereen wat heeft, daarna kijken we wie nog wat meer kan krijgen.

Dit beeld komt steeds weer in mij boven, als ik nadenk over het verschijnen van de Vrouwenbijbel. Uiteraard ben ik dankbaar met een mooi vormgegeven Bijbel, met de doordachte inhoud, met de bedoeling om het Woord van God dichter bij het hart van vrouwen te brengen. Ik zie het ook zeker als een zegen dat we uit zoveel Bijbels kunnen kiezen en dat er zoveel mogelijkheden zijn om de boodschap van de Bijbel concreet te maken voor de specifieke leefsituatie van de lezer.

Toch knaagt er iets... Stilstaand voor de kast met Bijbels in onze plaatselijke boekwinkel zie ik tal van Bijbels in evenzovele vertalingen en uitvoeringen. Ik zie peuterbijbels, kinderbijbels en jongerenbijbels. Daarnaast de samenleesbijbel, de bijschrijfbijbel, de basisbijbel, de groene bijbel, de minecraftbijbel en de truckerbijbel. De stripbijbel en een bijbel met plaatjes in Lego- of Playmobiluitvoering. Of studiebijbels, huwelijksbijbels, grote letter bijbels en zakbijbels. Ik zie Groot Nieuws, Het Boek, NBG, NBV, GBS, HSV... Het duizelt je van namen en afkortingen als je alle uitvoeringen voorbij ziet komen. En als dan eindelijk de keus gemaakt is, komt de volgende stap: willen we bruin, zwart of blauw leer? Liever een hippe bloemenomslag of een stoere jeansuitvoering? Met of zonder duimgrepen? Met gouden sloten of met zilveren beslag?

Thuisgekomen bekijk ik het magazine van Open Doors. Beschaamd lees ik het verhaal van Chiu uit Noord-Korea. Samen met zijn vader heeft hij heel veel Bijbelteksten overgeschreven op kleine stukjes toiletpapier. Deze stukjes worden verspreid over verschillende huisgemeentes en als kostbare schatten gekoesterd tot ze uit elkaar vallen en onleesbaar geworden zijn. Het op zak hebben van één stukje beschreven toiletpapier kan je het leven kosten. Of het verhaal van Han-Jo, die 's nachts zijn leven waagt om ballonnen te zoeken die vanuit Zuid-Korea worden opgelaten met daarin Bijbelteksten op kleine USB-sticks. Ik herinner me een presentatie op een zendingsdag over de intense vreugde van de Bushmen in Botswana, toen eindelijk de Bijbel in hun eigen taal beschikbaar was. Huilende vrouwen en dansende mannen, die de enige Bijbel van het dorp om de beurt aan hun hart drukten.

Ik kijk even rond op de website van Wycliffe Bijbelvertalers en lees dat er nog 1800 talen zijn waarin geen enkele Bijbel beschikbaar is. 180 miljoen mensen kunnen niet beschikken over een (deel van een) Bijbel in hun eigen taal. En was dat niet juist de kern van de Reformatie, waar we dit jaar bij stil staan? De Bijbel werd weer beschikbaar voor iedereen, in de taal van het volk.

Onlangs werd in onze gemeente gepreekt over het gebed 'Geef ons heden ons dagelijks brood'. Het trof mij dat de Heere Jezus ons met nadruk leert te bidden om ons brood. Dit gebed bidden we in verbondenheid met mensen over heel de wereld en maakt ons ook voor elkaar verantwoordelijk. Zou dit ook niet van toepassing zijn op het Woord van onze God, als hét levende Brood?

Het maken van een nieuwe Bijbeluitgave kost veel tijd, menselijke inspanning en geld. Voorzichtig komt de knellende vraag in mij boven wat er zou gebeuren als we al deze tijd,deze inspanning en dit geld zouden besteden aan het vertalen en verspreiden van de Bijbel op plaatsen waar deze nog niet of nauwelijks beschikbaar is. Laten wij als CGK-Vrouwen ons verbonden weten met onze zusters en broeders overal ter wereld en zo elk op onze eigen manier ervoor zorgen dat eerst iedereen wat heeft...



Deel dit artikel



Meer blog


© 2024 CGK Vrouw - Realisatie: Brand Boosters