Martine

Naastenliefde...

(Een tip voor hondenliefhebbers en hondenbezitters: deze column hoeft niet gelezen te worden, dit staat iedereen vrij om wel of niet te doen!)

Een tip voor hondenliefhebbers en hondenbezitters: deze column hoeft niet gelezen te worden, dit staat iedereen vrij om wel of niet te doen.

Julian en ik zeggen het vaak gekscherend tegen elkaar: ‘Om onze wijk goed te leren kennen, heb je een hond nodig.’ Alle hondenbezitters kennen elkaar. ‘Zo’n lief klein hondje,’ zegt Julian dan. Ik zie al voor me hoe dat hondje, als ik het dan mag uitlaten, binnen de kortste keren door een van de woeste exemplaren uit de buurt gebeten en opgevreten wordt.

Het is zo: ik ben bang van grote honden. Uiteraard heb ik een buurman met twee dikgespierde honden. Zodat ik regelmatig bij het openen van mijn voordeur een opgetogen begroeting van zijn honden krijg. ‘Goede morgen buurvrouw!’

Deze week had ik een bezoekje bij Laura gepland. Ik kende haar niet goed. Dat ze eenzaam was, was duidelijk. Dat ze veel problemen had, ook. ‘Vind je het goed als ik bij je langs kom, gewoon voor een bakkie?’ Ik hoor nog de verbazing in haar antwoord. De hunkering in haar stem toen ze vroeg of ik dat echt wilde doen. Er kwam nooit iemand bij haar op de koffie.

Ik belde bij haar aan. Op dat moment klonk er een woest geblaf in het huis. O ja.. ze had me verteld dat haar honden alles voor haar waren. Ik vermande me. Wie A zegt, moet ook B zeggen. Inmiddels stonden twee grote honden voor de voordeur te blaffen en te blaffen, zonder teken van leven van Laura. Ik liep terug naar de auto. ‘Hee, hier ben ik hoor. Ik was nog snel even boodschappen doen.’ Laura kwam eraan.

Ik was nog niet binnen gekomen of ik werd uitgebreid begroet, belikt en besnuffeld door maar liefst grote honden. ‘Uhm, ik hou niet zo van honden.’ Laura verzekerde me dat ze drie schatjes van honden had. ‘We kunnen zo met ze gaan wandelen. Iets verderop zit een leuk parkje. Dan rijden we daar even naar toe.’ Dat idee leek me een betere optie dan binnen te zitten in haar kleine huisje, met  die honden.  

Eerst het bakje koffie. ‘Stom, ik ben de melk vergeten. Nee, he, ik heb het nu nodig. Weet je wat, ik ga het snel halen. Blijf jij maar hier, ik ben zo terug.’ Weg was Laura. Daar zat ik dan in haar huis, alleen gelaten met haar drie honden. Ik durfde me niet meer te verroeren of te bewegen. Nauwlettend hielden de honden me in de gaten. Bij elke beweging die ik maakte, loerden ze naar me. Ik voelde dat de honden deze situatie niet accepteerden. Buiten blafte een andere hond. Laura’s jongste hond hief zijn kop ophoog en begon te janken. Toen barstte het tumult los. Binnen de kortste keren hoorde ik alleen gejank, gehuil en geblaf om me heen. Het zweet brak me uit. De oorverdovende herrie duurde voort en ik zat als versteend ertussen.

Wat was ik blij toen Laura terug kwam en de honden stil waren. Ik dacht inmiddels het ergste van de middag te hebben gehad. Alleen nog een rondje wandelen met de honden. Onderweg naar het park,  in Laura’s auto, voelde ik iets nats en harigs in mijn nek. ‘O sorry, hij is helemaal gek op je‘ zei Laura. ‘Er zit daar een gat waar zijn kop precies door past.’ Het toppunt van deze ‘hondenknuffel-ontspannings-training’. Ik ging zo ver als mogelijk was naar voren zitten in de tevergeefse hoop dat het warme natte gevoel uit mijn nek zou verdwijnen.

Eenmaal thuis rende ik naar de douche. Ik voelde me van top tot teen naar hond stinken. Mijn kleren, mijn haren, mijn jas, alles stonk. Zelfs mijn auto rook naar hond. Toen ik die nacht wakker werd en opnieuw de hondengeur rook, wist ik het zeker. Om je naaste lief te hebben, moet je wat over hebben.

 

 



Deel dit artikel



Meer blog


© 2024 CGK Vrouw - Realisatie: Brand Boosters